“meneer wie bent u? blijft u achter de linten alstublieft” “ja man, maar ik woon hier. `van Doorn. Richard van Doorn is de naam. Wie?.. wat is?..” “komt u even mee meneer van Doorn” De agent houd Richard zacht maar dwingend bij de arm vast. Hij leid hem naar een politiebusje dat op het gras in de tuin staat. Richard probeert nog naar het huis en de zwarte Mercedes bus te lopen maar de agent loodst hem vastberaden naar de politiebus. Als Richard in de bus is gestapt sluit de agent de deur achter hem. In de bus zit een agente in burger die zich voorstelt al Denise Overbeek recherche.  “meneer, de brand is onder controle. Collega’s van de brandweer zijn bezig met nablus werk. Richard kijkt naar buiten waar de zwarte Mercedes bus met de grijze gordijntjes vlak langs passeert. “En ja helaas is er een dode te betreuren” “wat is er precies gebeurd dan”vraagt hij als hij de lijkwagen, gevolgd door een politiewagen, de oprit af  heeft zien rijden. Is het ? tja wie anders. “we gaan er vooralsnog van uit dat het om uw vrouw gaat. Ik verzoek u om straks met ons mee te gaan voor identificatie van het slachtoffer.” 

“Is al bekend wat er is gebeurd?”

“De brand is rond 5 uur ontstaan in de keuken van het huis. Daar is ook het slachtoffer gevonden. Verder zijn in het pand geen personen aan getroffen”. Richard zucht opgelucht.

“Dat verbaast u?” vraagt Denise.

“Nee…dat niet, maar het had gekund. Toch.” Richard denkt aan Sandra, die immers eerder was vertrokken om met Louise over de jubileum te overleggen. “had uw vrouw vanmiddag afspraken staan? Wie zou haar het laatst gezien en of gesproken kunnen hebben?” Sandra denkt Richard. Maar hij zegt er niets over.

“Ik ken haar agenda niet helemaal natuurlijk. Dus ik zou het niet weten”. Denise laat het hier bij voorlopig.

“Mag ik uw telefoonnummer noteren?  Blijft u in de buurt meneer van Doorn. Politie en brandweer zal ongetwijfeld nog vragen hebben. Als de brandweer de woning vrij geeft kunt u nog iets uit de woning halen. Kleding en dergelijke dingen die u nodig heeft. Medewerkers van stichting salvage zullen u verder helpen met betrekking tot uw voorlopige huisvesting en in een later stadium de afhandeling met de verzekering en dergelijke zij zullen er ook voor zorgen dat de woning deugdelijk afgesloten zal worden straks. Ik loop graag even met u mee. Salvage zal zo wel hier zijn. De keuken en het gedeelte dat door de brand verwoest is is voor nader politie onderzoek niet toegankelijk zult u begrijpen. Is er iemand die u kunt bellen om u bij te staan of op te halen?”

“Ja..  ja. Zegt Richard. “Ik red me wel.”

“Sterkte meneer van Doorn” Richard stapt het busje uit. De brandweer is de slangen aan het opruimen. Kennelijk is de brand meester. Apathisch kijk hij er naar. Hij pakt zijn telefoon en stuurt een sms naar Sandra.

“Kun je naar me toe komen? Nu”. Even later komt haar antwoord.

“Zeker meneer. U bent thuis? Of treffen we elkaar in de kroeg?”

“Sandra er iets ergs gebeurd. Ik vertel je straks. Kom alsjeblieft gauw”  een half uur later rijd Sandra Breda binnen. Wat heeft ze gedaan? Ze is op van de zenuwen. Als ze de straat van Richard in rijd heeft ze geen nagels meer over. Een brandweerauto komt haar tegemoet rijden. Voor de  oprit van nummer 18 staan twee politieauto’s. tussen de menigte zoekt ze naar Richard. Als ze geparkeerd heeft en uitstapt staat hij plotseling naast haar. Lijk wit. Zonder iets te zeggen omhelzen ze elkaar. Minuten verstrijken. Dan kijken ze elkaar aan.

“wat is er gebeurt”vraagt ze zacht.

“De keuken en bijkeuken en een deel van mijn kantoor zijn volledig uitgebrand” Sandra schrikt als haar vermoeden bevestigt blijkt.

“Godverdomme lieverd. En Louise?” Richard wrijft over zijn gezicht grijpt zijn haren vast.

“gewond? Licht ze in het ziekenhuis?”

“Nee Sandra”zegt hij met een zucht. De paniek slaat Sandra om het hart. “Er is een dode gevonden. Wie anders kan dat zijn” Sandra weet geen woord meer uit te brengen. Dan gaat Richards telefoon. Denise Overbeek.

Meneer van Doorn komt u verder. Richard staat naast het stoffelijk overschot. Zet zich schrap voor de schok. Als arts is hij wel heel wat gewend. Maar toen de schouwarts het laken van haar hoofd verwijderde moest hij toch duidelijk iets wegslikken. Hoewel haar hoofd en met name haar gezicht nauwelijks brandwonden liet zien. Hij knikt even naar de man die haar gezicht weer bedekt en gaat terug naar Sandra die in het aangrenzende kantoortje op hem wacht.

”Is er al iets bekend over het ontstaan van de brand”vraagt Richard aan de dienstdoende agent.

“zodra het onderzoek van de brandweer en de politie is afgerond word u op de hoogte gesteld” Als ze weer op straat lopen zegt Richard

“Ik ben toe aan een borrel. En jij?”

”Graag. bij mij thuis maar?” Onder weg vraagt Richard

“Waar stond je auto vanmiddag?”

“Thuis voor de deur. Ik was met de trein vandaag.”

“Denk je dat jij de laatste bent die haar levend gezien heeft?”

“Ja ze was ladderzat. Ze lag in het toilet. Ik heb haar naar de bank geholpen en daar is ze meteen in slaap gevallen.” Allebei wilden ze graag van Louise af. Maar dit was wel heel erg radicaal. Sandra denkt hoe heb ik dit in een opwelling kunnen doen.     

De begrafenis is sober. Louise,s broer Geert-Jan houd een praatje. En iedereen is erg met Richard begaan. Verder veel mensen met rolstoel of rollator. Waarschijnlijk van haar vrijwilligerswerk. Ook de kliniek is wegens familie omstandigheden gesloten. Alle feestelijkheden zijn geschrapt. In plaats daarvan zal er een sobere bijeenkomst zijn. Frits vraagt of er al iets bekend is over de oorzaak van de brand. De brandweer heeft nog geen officieel rapport uitgebracht.

‘n week na de begrafenis krijgt Richard het officiële rapport van de brandweer onder ogen. Agent Denise Overbeek komt het persoonlijk bij hem brengen en heeft nog wat vragen. Richard heeft een kamer gehuurd in een klein hotel niet ver van de kliniek. Het leek hem niet erg gepast om direct bij Sandra in te trekken. En in zijn huis zijn de schoonmakers en bouwvakkers nog wel even bezig. Hij moet eerst zijn gedachten weer op een rijtje zien te krijgen. Wat hem meteen opvalt in het rapport is dat de brand is ontstaan door een oververhitte frituurpan. Het was al een oud ding wat niet meer zo goed werkte en je moest er altijd bij blijven. Het ding werd nog maar zelden gebruikt. Sinds Richard er de thermostaat uit gesloopt had. Maar dat Louise die middag van plan was iets te gaan frituren met haar dronken hoofd is toch wel heel raar. En iets wat ze nog nooit gedaan had zo op een doordeweekse dag. Sandra is enorm geschrokken van haar daad en durft er met geen woord over te praten met Richard. Maar ze heeft A gezegd en kan niet meer terug.

Denise Overbeek leest het rapport. Van begin af aan klopt er voor haar gevoel iets niet aan de van Doorn brand. Ze heeft nog een aantal vragen voor Richard. Onverwachts staat ze voor de deur van zijn hotelkamer. Op een wel heel ongelegen moment. Sandra ligt naakt vastgebonden op het bed. Richard heeft een leren broek en vest aan. Met de zweep nog in zijn hand opent hij de deur. Roomservies zou een fles champagne boven brengen. Verrast kijkt hij haar aan.

“U overvalt mij enigszins. Gun mij even een momentje om mij te fatsoeneren”. “Hoeft voor mij niet hoor meneer van Doorn. We zijn wel wat gewent bij de politie”. Ze kijkt om Richard heen en ziet nog net de voeten van Sandra die zijn vast gebonden aan het bed. Ze grijpt naar haar dienst wapen en duwt de deur verder open. Voor dat Richard beseft wat er gebeurd staat Denise met getrokken wapen aan het voeteneind van het bed naar de weid gespreide benen van Sandra te kijken. Ze kleurt van oor tot oor.

“U doet dit geheel vrijwillig?” vraagt ze terwijl ze haar walther P5 opbergt. Sandra zegt niets. Kijkt naar het plafond. Richard maakt haar handen los. Zelf maakt Sandra haar voeten los.

“Ik wacht wel even op de gang. Trek even iets aan. Ik heb nog even wat vragen”. Als Denise op de gang staat. Kijken ze elkaar aan een lach onderdrukkend. Sandra trekt snel haar jurk over haar blote lijf aan. Zwepen en ander speelgoed leggen ze onder het dekbed op bed. Richard trekt een overhemd aan. Loopt naar de deur. Voor hij die opent kijkt hij naar Sandra die haar pumps aan doet en haar haren los schud.”ok”zegt ze geluidloos. Denise komt binnen.

“neem mij niet kwalijk. Ik was even van mening dat er sprake zou kunnen zijn van een misdrijf”  

“Denise Overbeek. Recherche Breda”. ze steekt haar hand uit naar Sandra.

“Sandra Vonk. Gaat u zitten.”

”Nogmaals mijn excuus voor mijn ongelukkige entree. Maar ik ben niet geheel onbekend met het fenomeen. Dus u hoeft mij wat dat betreft niets uit te leggen. Waar ik wel benieuwd naar ben is het volgende. Uit technisch onderzoek is gebleken dat de thermostaat van de frituurpan waardoor de brand is ontstaan onklaar gemaakt is? Heeft u daar een verklaring voor?”

”Tja”zegt Richard. “Dat is heel dom van mij. Een tijdje geleden heb ik het apparaat willen gebruiken maar de thermostaat bleef het ding uitschakelen. Dus toen heb ik die er tussen uit geknipt. Wat wel betekende dat je er dan wel bij moest blijven staan om het ding weer op tijd uit te zetten. Ik had mijn vrouw nog zo gezegd het onding niet meer te gebruiken als ik er niet bij ben. Soms bak ik er wat bitterballen in. Verder wordt het ding nooit gebruikt.

“Een ander ding, meneer van Doorn. Uw vrouw was vermoedelijk al overleden voor de brand uitbrak. Haar longen waren brandschoon” Even bleef het stil.

“Hoe… wat denkt u dan dat er gebeurt is?”

“Er is sprake van een zeer ernstige hoofdwond. Het kan zijn dat die door een val is ontstaan of.” Ze maakte haar zin niet af maar keek beurtelings van Richard naar Sandra.

“Denkt u aan een mogelijk misdrijf? Een overval?” Wanneer heeft u uw vrouw voor het laatst gezien en gesproken?”

“Tja.. ‘s morgens vroeg voor ik naar mijn werk vertrok”

“En wie zou haar nadien nog gezien of gesproken kunnen hebben? Waar was u mevrouw Vonk, op het tijdstip van het ongeval?” Sandra voelt haar hart tekeer gaan. “Aan het werk.” zegt ze zo natuurlijk als haar zenuwen het toe laten.

“Mevrouw Vonk werkt als secretaresse bij mij in de kliniek” zegt Richard net op tijd. Sandra ademt uit. Zonder dat Denise het merkte.

“Het zal binnenkort allemaal wel duidelijk worden. Wij van de politie nemen deze zaak in ieder geval serieus. Maakt u zich geen zorgen. Maar blijft u beiden in de buurt alstublieft.” Met die woorden laat ze Sandra en Richard achter.     

Zwijgend kijken ze elkaar aan. Na een tijdje zegt Richard

“Hoe laat had je die afspraak met Louise?”

“Om half vier. Ze was laveloos. Ik heb haar op de bank geholpen en ben weer gegaan. We zouden het over de jubileum viering hebben.” Richard zwijgt en kijkt haar aan. “Richard je denkt toch niet… daarom zei je net niks.“

“Ik denk niets. Maar Denise Overbeek zal onmiddellijk iets denken als ze dit weet” “Maar ik….ik .. weet helemaal van niks. Ze was straal bezopen. En.. en ” stamelt Sandra. Er loopt een traan over haar wangen. Richard kust m weg.

“Stil maar schatje. Het zal allemaal zo’n vaart niet lopen. Jij was gewoon aan het werk die middag. Er was verder niemand en ik heb ’s avonds afgesloten toen ik naar huis ging.”

“Straks word ik nog verdacht van.. van…” Ze durft het niet eens hardop uit te spreken. “Maar jij was toch met Frits naar de kroeg?” “jij was bij mij in de kliniek aan het werk. Klaar.”